Anonymus, naar Bruegel, De maskerade van Valentijn en Oursson, 1566, houtsnede, 30 × 41,4 cm, Amsterdam, Rijksmuseum, inv. RP-P-BI-4955 |
De houtsnede van het Rijksmuseum die hierboven wordt getoond en de versie van het Metropolitan Museum of Art in een eerdere aantekening, krijgen als titel de 'Maskerade van Valentijn en Oursson' mee, niet 'Het Spel van de Wildemansjacht', een carnavalsspel dat door Timothy Husband in die eerdere entry overtuigend wordt naar voren geschoven als het onderwerp van de prent.
Facsimile van de druk van de Erven van de Weduwe van Jacobus van Egmont, Amsterdam, ca. 1770-1775 |
"Valentijn en Oursson is een laatmiddeleeuwse avonturenroman die zich afspeelt ten tijde van Pepijn de Korte [de eerste koning der Franken uit het Karolingische huis, 714-768] [...] een bewerking van een oudere (dertiendeeeuwse?) Franse tekst die verloren ging: Valentin et Sansnom, die in het Middelnederlands vertaald werd als Valentijn ende Nameloos.
[... Belesante], de zuster van koning Pepijn van Frankrijk, wordt ten huwelijk gevraagd en gekregen door keizer Alexander van Griekenland." Daar wordt ze zwanger van hem maar even later beschuldigd van overspel en verbannen. (Wikipedia, dd. 22/01/2016)
"In het bos van Orleans bevalt zij van een tweeling zonen. Er is niemand om haar bij de bevalling bij te staan. [...] Direct na de bevalling verschijnt er een beer die een van de kinderen meeneemt naar zijn hol om aan zijn jongen te voeren. Belesante achtervolgt de beer op handen en voeten, totdat zij uitgeput en bewusteloos neervalt. Ondertussen wordt het kind dat zij achterliet gevonden door koning Pepijn, die [...] gehoord heeft dat Belesante van het hof van de keizer verdreven is. In plaats van het voor zijn zuster op te nemen gelooft ook Pepijn de beschuldiging en bedreigt hij zijn zuster met de dood. Het gevonden kind vertrouwt hij toe aan een ridder die Valentijn heet, en die noemt de vondeling naar zichzelf. Het andere kind wordt niet opgegeten, maar als een speelkameraadje door de kleine beren verwelkomd, en daarom als een pleegkind door de beer grootgebracht. Hij zal opgroeien als Oursson, dat is kleine beer dan wel beren-zoon, alias de Wildeman. Door het drinken van berenmelk raakt Oursson zwaar behaard, en dankzij het rauwe vlees dat hij eet, wordt hij bijzonder agressief. Tegen de tijd dat hij vijftien jaar oud is, kan geen dier of mens zich in het bos begeven zonder gevaar voor eigen leven." (Kuiper 2010, p. 216)
"Zo werd hij een 'homo silvaticus' alias een 'Wildeman'." (Bibliotheek van Middelnederlandse Letterkunde, dd. 22/01/2016)
"Tezelfdertijd is Valentijn door zijn pleegvader teruggegeven aan zijn peetvader koning Pepijn, die hem als een zoon in zijn huis opneemt en geen enkel bezwaar heeft tegen Valentijns omgang met zijn dochter Englentijne. Dit alles tot ziekelijke jaloezie van Hanefroy en Hendrick, Pepijns zonen uit een eerdere verhouding. Zij dagen Valentijn, die diepe indruk maakt tijdens een militaire expeditie naar Rome om de paus uit de brand te helpen, uit om het tegen de Wildeman op te nemen, nadat een eerdere poging onder aanvoering van koning Pepijn zelf zonder resultaat bleef. Valentijn accepteert deze zelfmoordmissie en slaagt er met kracht en overreding in om de Wildeman tot overgave te bewegen. Vervolgens lijnt hij hem aan en neemt hem mee naar het hof. Onderweg wil hij overnachten in een dorp, maar zodra de bewoners de Wildeman gewaar worden, sluiten zij vensters en deuren en vluchten hun huizen in. Hierna volgen nog wat kolderieke scènes die mede worden gevoed door het gegeven dat Oursson (nog) niet kan spreken en alle communicatie via gebarentaal plaats vindt. [mijn cursivering] " (Kuiper 2010, p. 216)
Dit lijkt me het moment te kunnen zijn dat in houtsnede en schilderij wordt weergegeven in het carnavalspel dat aan de gang is. Op de website van de Confrérie van de Vaantjesboer, de Gilde der Halse Reuzen, lezen we dat het onderwerp van het spel
"een stichtend verhaal [is] in de sfeer van de mysteriespelen. Uit dezelfde moederschoot groeit zowel een baarlijke duivel als een edele creatuur.
Op een dag besluit VALENTIJN, de niets vermoedende tweelingbroer, op jacht te gaan naar de WILDE die de inwoners van het koninkrijk teistert. [...] Dagen lang doorzoekt hij alle hoeken en kanten van het woud. Opeens begint zijn paard te steigeren. Het schichtige dier is overmeesterd door een ware paniek. Paarden zijn zeer gevoelig voor de aanwezigheid van beren. Daardoor beseft VALENTIJN dat de MAN-BEER dichtbij is. Hij kruipt in een boom en verbergt zich. OURSON DE WILDEMAN is dichterbij gekomen. [...] Vanuit zijn schuilplaats heeft VALENTIJN de wilde man geobserveerd. Hij is poedelnaakt en zijn gespierd lijf is overdekt met een dikke berenvacht. Zijn paard in gevaar ziende, schreeuwt VALENTIJN waardoor de WILDE hem ontdekt. Met tekens, want OURSON kent de mensentaal niet, daagt hij de ridder uit. Zo komt het dat de broers in een tweekamp tegenover elkaar staan. Weldra weerklinkt in het bos het gehijg en geschreeuw van de vechtende mannen. WILDEMAN beschikt over bovenmenselijke krachten, maar vecht met blote handen. De ridder is een meester in het hanteren van het zwaard. OURSON raakt gekwetst met twee diepe sneeën. Uitzinnig van pijn trekt hij een eik uit de grond en begint met deze reuzenknots op VALENTIJN te hameren. Deze ziende dat hij verliest, probeert door praten de WILDE te kalmeren. OURSON lijkt door stem beïnvloed. Misschien is hij onbewust gevoelig voor de wet der natuur die niet wil dat twee broers elkaar doden. Onze WILDE staakt de strijd en onderwerpt zich aan VALENTIJN. Deze is verwonderd en blij met zijn onverwachte overwinning. Hij ketent OURSON en leidt hem gevankelijk mee. De confrontatie van WILDEMAN met dorpen en mensen is een ideaal gegeven voor de middeleeuwse klucht. Vooral zijn eetgewoonten zijn opvallend. Als hij daarenboven wijn leert drinken is het hek van de dam. [mijn cursivering]
Eindelijk komt VALENTIJN met zijn gevangene op de koninklijke burcht. De naakte en harige man wekt de nieuwsgierigheid van de hofdames. OURSON lijkt bovendien over speciale gaven te bezitten, zodat weldra heel het kasteel gonst van geruchten over amoureuze avonturen. Intussen is OURSON-WILDEMAN netjes gewassen en de lange haren die zijn lichaam bedekken worden geschoren. Onze voorouders hielden van moraliseren: het wilde beest OURSON, blijkt de ontdubbeling te zijn van de fijnzinnige VALENTIJN. OURSON, geschoren en netjes gekleed, is het evenbeeld van zijn broer, maar zijn liefde voor wijn en vooral zijn omgang met het ander geslacht verraden in hem het wilde beest. Geen enkele dame is veilig voor zijn voortdurend opbruisende driften. [...] In het verhaal van OURSON botsen Cultuur en Natuur."
(Confrérie van de Vaantjesboer, dd. 22/01/2016)
Een in Engeland gecensureerde versie (Confrérie van de Vaantjesboer, dd 22/01/2016) |
"Van Valentijn en Oursson is geen zestiende-eeuwse druk bewaard gebleven. Uit een inventaris van een Kortrijkse boekverkoper opgesteld in 1569 weten wij dat Jan van Ghelen II in 1557 een Valentijn ende Oursson gedrukt heeft [in Antwerpen]. [Het gaat om een Nederlandse vertaling van een Franse brontekst, oorspronkelijk een laatmiddeleeuwse avonturenroman] "Het is geenszins ondenkbaar en hoogst waarschijnlijk dat zijn vader Jan van Ghelen [I], die als boekdrukker actief was tussen 1519 en ca. 1540, een eerdere (her)druk verzorgde." (Kuiper 2010, p. 223)
[...] Valentijn en Oursson heeft de irritatie van de kerkelijke autoriteiten opgewekt, allereerst en vooral omdat de rol van [een] verrader door een priester gespeeld wordt, namelijk de aartsbisschop van Constantinopel. De Grieks-orthodoxe christenen konden gedurende de late Middeleeuwen op heel weinig sympathie van hun Roomse broeders in het geloof rekenen. [...] Daarnaast wordt er [...] flink getoverd, en die praktijken verloren gedurende de zestiende eeuw hun verstrooiend karakter en werden als dienst aan de duivel beschouwd en heftig veroordeeld. Als gevolg van deze twee ingrediënten werd Valentijn en Oursson op de Index librorum prohibitorum gezet en vermoedelijk als gevolg daarvan zijn er geen zestiende-eeuwse exemplaren bewaard gebleven. In 1624 werd de tekst door een censor onderhanden genomen, die de valse aartsbisschop verving door een valse ridder, de toverpraktijken wat uitdunde en inkortte en scabreuze scenes kuiste. Ook van deze druk bleven geen exemplaren bewaard. De overlevering begint pas in 1640, maar het oudste exemplaar van Valentijn en Oursson dat in een Nederlandse bibliotheek (UB Leiden, signatuur 1074 A 9) bewaard wordt dateert uit 1698 (Weduwe van Jurriaen van Poolsum, Utrecht). Uit de achttiende eeuw zijn zo'n twintig herdrukken overgeleverd en het boek heeft het volgehouden tot in het begin van de negentiende eeuw. " (Wikipedia, dd. 22/01/2016)
Bij Bruegel zou Oursson passend uitgebeeld zijn als een wilde met een grote knots, maar Valentijn dreigend met een kruisboog in plaats van zwaard of ketting. Op de houtsnede staan de broers tegenover elkaar,
Anonymus, naar Bruegel, De maskerade van Valentijn en Oursson, 1566 (versie Rijksmuseum, detail)
|
op Bruegels schilderij benadert Valentijn zijn broer langs achter.
Pieter Bruegel, De Strijd tussen Vasten en Vastenavond, 1559, olieverf op paneel, 118 x 164,5 cm, Wien, Kunsthistorisches Museum, inv. GG_1016 (detail) |
In grote lijnen is dit verenigbaar met het verhaal van Valentijn en Oursson. Voor het detail van de ring, die we op de houtsnede een vrouw of een man die in vrouw is verkleed, aan Oursson zien overhandigen, vinden we bij Valentijn en Oursson, echter geen overtuigende pendant. Er is wel sprake van een ring, maar die wordt niet aan Oursson overhandigd:
"In hoofdstuk 21 geeft le Verd Chevalier aan Valentin, die zegt samen met Orson naar Jherusalem te willen reizen, maar in opdracht van een engel Gods zijn moeder gaat opzoeken in het kasteel van
Ferragu, een ring die de drager ervan beschermt tegen de dood door verdrinking en een vals vonnis."
(Kuiper 2010, p. 218) Alles in acht genomen, lijkt Timothy Husbands interpretatie toch meer steek te houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.